Verzorging van de ridderspoor:
Ridderspoor verplanten en vermeerderen
Geadviseerd wordt om de ridderspoor elke twee jaar, in februari uit de grond te halen en eventueel te scheuren en te verplanten. Vaak hoor je dat een ridderspoor de eerste twee jaar prachtig bloeit, maar in het derde of vierde jaar ineens verdwijnt. Dit komt doordat de ridderspoor is gevoelig voor meeldauw en is erg aantrekkelijk voor slakken. Zij hebben duidelijk geen last van de delphinine, de giftige stof in de ridderspoor. De plant daarentegen maakt geen schijn van kans tegen de veelvraten.
Door ze te verplanten en eventueel te scheuren zul je nog jaren langer plezier hebben van de prachtige kleuren van je ridderspoor.
Haal de plant uit de grond en klop de grond eraf. Aan de voet van de steel die dat jaar gebloeid heeft, zitten nieuwe ogen voor het komende jaar. Snijd deze steel met een mesje af en zorg ervoor dat er verder geen oud materiaal aan zit. Gebruik wat houtskoolpoeder om de plek waar je de steel hebt afgesneden te poederen. Plant de stek op een nieuwe plek in de grond, en je hebt er twee!
Ridderspoor zaaien
Het is eenvoudig om zelf zaad van de ridderspoor te oogsten. Als na de bloei de zaaddozen gedroogd zijn, dan kun je ze van de plant plukken en verder drogen. Het zaad uit de dozen kun je in juli – augustus zaaien, en de nieuwe plantjes steken al na een dag of tien hun kopjes boven de grond.