Planten: standplaats is belangrijk

De Camelia houdt van een zure grond. Daar kun je gemakkelijk aan voldoen door een dikke mulchlaag over zijn wortels te leggen. Dit is sowieso een goed idee omdat de Camelia geen diep wortelgestel heeft. De mulchlaag voorkomt uitdroging en beschermt tegen hitte van de zon, en de kou in de winter.

De standplaats is voor de Camelia belangrijk. Plant je Camelia het liefst op een beschutte plek met schaduw en niet teveel wind. Hij heeft een voorkeur voor de avondzon, maar een schaduwrijke plek op het zuiden kan ook prima.

Plant je Camelia even diep als de pot waarin je hem gekocht hebt hoog is. Zorg daarbij voor een goed gedraineerde, zuurstofrijke grond met veel compostmateriaal. Let erop dat je daarna geen andere planten dicht in de buurt kunt planten, om de wortels niet te beschadigen. Ditzelfde geldt ook voor schoffelen. Onkruid moet je dan ook met de hand verwijderen.

Bij vorst kun je overwegen om de wortels te bedekken met een dikke laag stro, en de takken waaraan de knoppen zitten af te dekken met een goede kwaliteit vliesdoek. Op die manier hoef je de plant niet uit te graven om binnen te zetten, met het risico dat je de wortels beschadigt.

De Camelia zaaien

De zaadbollen van de Camelia zijn met recht ‘bollen’, op het eerste gezicht lijkt het zelfs op appeltjes. Je kunt proberen zelf een Camelia van zaad op te kweken. Daarvoor moet je het zaad zodra de bollen openbarsten zaaien, en ze bij een temperatuur van 25 graden opkweken. Als dat allemaal lukt, dan moet je nog wel enkele jaren geduld hebben, want de Camelia is een zeer langzame groeier.

Bemesten met organische tuinmest

De Camelia houdt van een zure grond, het liefst een mengsel van tuinaarde en turf. Geef de plant verder twee keer per jaar, in maart en in juni, een schepje organische tuinmest en zorg verder voor een goede laag mulch om te beschermen tegen uitdroging, hitte en kou.