Verzorging van de hibiscus
De tuinhibiscus is de enige winterharde soort uit de hibiscus-familie. Hij houdt van een beschutte, zonnige plek, maar liever niet in de volle zon. Dan kan het gebeuren dat de bloemknoppen verdorren en je daardoor niet kunt genieten van de volle bloemenpracht. In de herfst laat de plant zijn blad vallen.
Als kamerplant is de hibiscus een lastige plant om te verzorgen. Het heeft een lichte plaats nodig en mag niet gedraaid worden. In dat geval zullen de bloemen namelijk snel afvallen. Als kamerplant groeit hij ook vaak iel op, in tegenstelling tot de tuinplant, die weinig onderhoud vraagt, gemakkelijk groeit en veel bloemen geeft.
Hubiscus verplanten
De beste tijd om een hibiscus te planten of te verplanten is in het voorjaar. We adviseren de plant voor het verpoten eerst flink terug te snoeien. Zet de plant op de nieuwe plek in een luchtige, humusrijke en goed waterdoorlatende grond. De hibiscus zal zich na het verplanten snel herstellen en nieuwe takken vormen.
Hibiscus zaaien
In plaats van een jonge of volwassen plant te kopen, kun je de plant ook gemakkelijk zaaien. Hier zijn geen moeilijke handelingen voor nodig; vaak zaait de plant zichzelf al uit en dan hoef je in het voorjaar alleen de kleine plantjes nog te verplanten.
Ook voor zaailingen geldt dat de hibiscus houdt van luchtige, waterdoorlatende en humusrijke grond, en van een zonnige (niet in de volle zon), beschutte standplaats.
Hibiscus stekken
De hibiscus vormt wortelscheuten. Deze kun je gebruiken om de plant te stekken. Hiervoor snijd je in het najaar de ontstane knoppen van de wortels schuin af. Zand en aarde spoel je onder de kraan van het stekje af, en daarna steek je het stekje, eventueel met wat stekpoeder, in de grond, met één oog boven de grond.
Een andere methode om de hibiscus te stekken is afleggen. Kies voor het afleggen een jonge, krachtige tak die al dicht langs de grond groeit. Hoe jonger de scheut, hoe sneller hij wortels aanmaakt. Maak een gat in de grond, leg de tak daar horizontaal over en knik het uiteinde in een rechte hoek omhoog, een bamboestokje kan helpen om het omhoog te houden.
Graaf de tak in met aarde, behalve het omhoogstekende deel. Houd de aarde goed vochtig. Na verloop van tijd zal de tak zelf wortels aanmaken, en als dat het geval is kun je de tak los knippen van de moederplant. Na enkele weken kun je dan de nieuwe plant verplanten naar de gewenste plaats.
Wanneer hibiscus snoeien
De hibiscus hoeft eigenlijk niet gesnoeid te worden. Hij groeit uit zichzelf uit tot een mooie tuinplant. Dode takken moeten natuurlijk wel verwijderd worden. Deze tuinplant bloeit op eenjarig hout, op takken die in hetzelfde jaar als de bloei zijn gegroeid.
Mocht het toch nodig zijn om de hibiscus te snoeien, dan is maart daar de meest geschikte tijd voor. Je hoeft dan alleen de dode en beschadigde takken weg te snoeien tot het levende hout.
Als je een flinke struik wil kweken, dan is een goede start om de jonge hibiscusplant wel regelmatig te snoeien. Hiermee stimuleer je een sterke vertakking bij de basis, en daarmee heb je een mooi begin voor een rijkbloeiende struik.
Als je van je hibiscus op stam geen al te weelderige bos wil maken, dan kun je hem in het voorjaar snoeien om de groei een beetje in bedwang te houden.
Bij een hibiscus die op stam geënt is kan het ook gebeuren dat er nieuwe takken vanuit de stam groeien. Dit kun je herkennen aan de afwijkende kleur van de bloemen. Omdat de stam het sterkere deel is, is het belangrijk om deze takken zo snel mogelijk, en zo dicht mogelijk bij de stam weg te snoeien.